heading

Projecten

onderzoek glanerbeek marter

Onderzoek kleine marters

Het leefgebied van kleine marterachtigen hangt zeer sterk samen met de aanwezigheid van voldoende prooidieren en dekking. Over het algemeen hebben ze voorkeur voor kleinschalige, structuurrijke, extensief
beheerde, agrarische cultuurlandschappen. Deze moeten voldoende verbindende lijnvormige landschapselementen hebben. Maar ook dekking bieden, verblijfplaatsen hebben en natuurlijk prooidieren.

Onderzoek Glanerbeek

Voor een project aan de Glanerbeek hebben wij in vijf deelgebieden in een periode van zes weken (juli-september) onderzoek uitgevoerd naar de wezel, bunzing en hermelijn. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van vijf cameravallen, acht Mostela’s en 45 sporenbuizen. Tussentijds zijn na drie weken de camera’s uitgelezen en werden de sporenbuizen gecontroleerd op sporen. Op basis van het aanvullend onderzoek zijn in drie deelgebieden een bunzing en wezel aangetroffen.

Wezel in Mostela

Aanvullend onderzoek

Als ecologisch advies- en onderzoeksbureau voeren wij dit onderzoek uit als aanvullend onderzoek. Het onderzoek naar kleine marterachtigen richt zich op de aanwezigheid van kleine marterachtigen zoals de wezel, hermelijn en bunzing in- en rondom het onderzoeksgebied. Wanneer deze soorten aanwezig zijn, moet er van uit gegaan worden dat het leefgebied de volgende functies vervult:

  • Foerageergebied met voldoende dekking
  • Verbindingen met leefgebieden
  • Rust- en voortplantingsplaatsen

Indien uit de natuurtoets naar voren is gekomen dat meerdere soorten kleine marters niet uit te sluiten zijn, is aanvullend ecologisch onderzoek noodzakelijk.

Methode

De inventarisatie naar kleine marters voeren wij uit conform de ‘Handreiking kleine marters in relatie tot soortbescherming’ van de Zoogdiervereniging. We gebruiken normaliter een combinatie van methodes:

  • Wildcamera’s (met een jiggler met kattenvoer);
  • Mostela’s;
  • Sporenbuizen.

Wanneer voeren wij het onderzoek uit?

Dit is normaliter in de meest actieve periode (maart t/m augustus) van kleine marterachtigen. De onderzoeksmaterialen staan dan zes weken in het onderzoeksgebied. Indien dit niet mogelijk is, wordt de onderzoeksinspanning groter om zo de trefkans te vergroten. De onderzoeksmaterialen staan dan twaalf weken in het onderzoeksgebied.

Ook onderzoek laten uitvoeren?

Wil je dat we voor jouw project een onderzoek komen doen naar kleine marterachtigen? Of heb je een andere vraag? Neem dan contact met ons op.

Projecten details